Sirene met optie flits PHON - TN009

Via deze sirene mét ingebouwde kortsluitisolator verkrijgt u zowel een accoustische als een visuele weergave van het alarm.

• Optioneel geïntegreerde flits
• Zeer hoge geluidssterkte
• 4 tonen
• Constant volume* en lichtintensiteit** van 18 tot 28 V
• Eenvoudige montage

• Energiezuinig

• Gevoed door de branddetectielus
• Geen extra bekabeling nodig
• Geïntegreerde kortsluitisolator
• Geïntegreerde testmogelijkheid incl. vermogensmeting
• Automatisch gesynchroniseerd

De sirene kan volgende tonen genereren:

• Slowwhooptoon: van 500 tot 1200 Hz in 3 seconden, gevolgd door een pauze van 0,5 seconden
• Politietoon: stijgende toon van 500 Hz tot 1200 Hz gevolgd door een dalende toon naar 500 Hz in 3,5 seconden
• Continue toon: 1450 Hz met een hele kleine en trage schommeling
• Onderbroken toon: 1450 Hz gedurende 0,9 seconden, gevolgd door 0,9 seconden pauze

De flitsoptie is zowel beschikbaar onder de vorm van plafond- (c) als van wandmontage (w).

De sirene produceert een constant volume* en flitsintensiteit**, ongeacht de werkelijke voedingsspanning (tussen 18 en 28V).

Ze kan gebruikt worden op de bidirectionele lus van de GMC+ en de BMC2-branddetectiecentrale. Afhankelijk van het model, kunnen tot 20 PHON-sirenes op eenzelfde lus worden geplaatst.

Elke PHON-sirene beschikt over een ingebouwde kortsluitisolator.

Het is op de brandmeldcentrale zelf dat wordt bepaald welke toon zal worden geactiveerd bij welke situatie.

Met behulp van de LaserBox krijgt de sirene een adres via afstandsbediening.

De werking van de elektronica en de verbinding met de transducer en de flitsled(s) wordt continu gecontroleerd en gerapporteerd in geval van een storing.

De PHON-a kan worden getest op volgende drie manieren:

• door zelf een alarm uit te lokken
• met behulp van een LaserBox: als de communicatie tussen de sirene en het bedieningspaneel in orde is, zal de sirene vier korte piepjes (aan een gereduceerd volume) en een enkel flitssignaal produceren
• met behulp van een configuratieprogramma op het bedieningspaneel kan een zogenaamde zelftest worden uitgevoerd. De sirene produceert dan acht korte piepjes, vervolgens wordt het resonantievermogen gemeten en verstuurd naar het configuratieprogramma ter evaluatie.